Auto van de zaak

Vrijwel ieder jaar wijzigen de regels met betrekking tot de auto van de zaak. Het loonbegrip zoals opgenomen in de Wet op de Loonbelasting 1964 wordt als volgt omschreven. “Loon is al hetgeen uit dienstbetrekking wordt genoten”. We maken daarbij onderscheid in loon in geld, loon in de vorm van aanspraken (pensioenaanspraken, aandelenopties, vakantiebonnen etc.) en loon in natura.
Als het loon op een andere wijze wordt voldaan, dan spreken we van “ongeoorloofd loon”.

Als iets “loon” is dan betekent dat dat het belast is voor de Loonheffingen. (Loonbelasting, Premies Volksverzekeringen, Werknemersverzekeringen, en Zorgverzekeringswet). Is het geen loon (deze uitzonderingen worden in de Wet vermeld) dan spreken we van een kostenvergoeding. Een kostenvergoeding (reiskosten, onderbouwde onkostenvergoedingen, studiekosten etc. etc), is een vergoeding voor in verband met de dienstbetrekking gemaakte kosten, en in de regel dus onbelast.

Een auto van de zaak is dus loon in natura. Hoofdregel is dat loon in natura gewaardeerd wordt (belast wordt) tegen de waarde in het economisch verkeer, inclusief btw. Voor de auto van de zaak geldt als waarderingsregel een forfaitaire (door de fiscus vastgestelde) waarde.

Onderstaand hebben wij een opsomming gemaakt met betrekking tot de spelregels bij de auto van de zaak;

Bijtelling

Betalen voor het privégebruik van een auto van de zaak
Bijtelling is het bedrag dat bij het loon wordt opgeteld als de ‘auto van de zaak’ privé wordt gebruikt. Het is alleen verschuldigd als dit privégebruik meer dan 500 km per kalenderjaar bedraagt. Het algemene bijtellingspercentage bedraagt in 2019 22% van de catalogusprijs van de auto.

Geen bijtelling als zakelijke auto niet privé gebruikt wordt
Als de zakelijke auto niet of minder dan 500 km per jaar privé gebruikt wordt, hoeft geen bijtelling plaats te vinden. Maar de Belastingdienst verwacht wel dat de werknemer dat aan kan tonen. In de praktijk betekent dit in de meeste gevallen het bijhouden van een sluitende rittenregistratie in combinatie met een ‘verklaring geen privégebruik auto’. Deze verklaring is digitaal beschikbaar op de site van de belastingdienst.

Als in de loop van het jaar de 500 km-grens toch wordt overschreden, moet met terugwerkende kracht tot 1 januari van het betreffende jaar alsnog bijtelling plaatsvinden.

Categorieën verlaagde bijtelling
Er bestaat op dit moment alleen nog maar een categorie verlaagde bijtelling voor volledig elektrische auto’s. Die bedraagt 4%. In de plannen tot en met 2020 blijft het algemene bijtellingspercentage 22%. Voor volledig elektrische auto’s gaat het bijtellingspercentage van 4% vanaf 2019 gelden tot maximaal 50.000 euro van de catalogusprijs. Voor bedragen daarboven geldt het dan geldende algemene bijtellingspercentage van 22%. Uitzondering hierop zijn auto’s die op waterstof rijden.

Bijtelling in % van de cataloguswaarde, afhankelijk van CO2-uitstoot

Bijtelling CO2-uitstoot 20192020
Volledig elektrisch (EV): 0 g/km4%4%
Overig >0 g/km22%22%

Geldigheidsduur verlaagd bijtellingspercentage
Het bijtellingspercentage dat geldt bij de eerste ingebruikname van de auto (de dag waarop het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld) blijft van toepassing gedurende 60 maanden (gerekend vanaf de eerste dag van de maand volgend op de eerste ingebruikname). Hierbij zijn eigenaar- en gebruikerswisselingen niet relevant, net als het wel of niet onder de bijtelling vallen.

Dus een volledig elektrische auto (CO2-uitstoot = 0) die op 1 januari 2019 voor het eerst in gebruik wordt genomen houdt tot en met januari 2024 (5 jaar lang), over de eerste 50.000 euro catalogusprijs, het 4% bijtellingspercentage (22% minus 18% milieukorting). Als de auto in februari 2023 nog als zakenauto wordt ingezet, dan blijft voor deze auto het algemene bijtellingspercentage van 22% gelden, een eventuele milieukorting wordt dan bepaald volgens de dan geldende
bijtellingsregels.

Wel is het zo dat na de periode van 60 maanden per jaar bezien wordt of de auto nog in aanmerking komt voor een korting op het algemene bijtellingspercentage. Voor auto’s die voor 1-1-2017 voor het eerst op naam gesteld zijn is het algemene bijtellingspercentage 25%, voor auto’s daarna 22%.

Auto’s die voor 1 juli 2012 op kenteken zijn gesteld kennen op dit moment een onbeperkte geldigheidsduur van het verlaagde bijtellingspercentage. Deze verdwijnt, de onbeperkte geldigheidsduur eindigt voor deze auto’s op 31 december 2018. Vanaf deze datum wordt ook jaarlijks bekeken of de auto nog in aanmerking komt voor een milieukorting op het algemene bijtellingspercentage van de auto.

Youngtimers
Voor auto’s van 15 jaar en ouder bestaat de Youngtimer regeling. Het algemeen bijtellingspercentage voor deze auto’s is vastgesteld op 35% van de dagwaarde van de auto. Betreft het een volledig elektrische auto (CO2-uitstoot = 0) dan bedraagt het percentage 17 %.

Bijtelling youngtimer in % van de dagwaarde, afhankelijk van CO2-uitstoot

Bijtelling CO2- uitstoot(g/km)Percentage van de  dagwaarde
Volledig elektrisch (EV)017%
Overig>035%

Bestelauto
Bij een bestelauto gaat het iets anders. Wordt deze uitsluitend zakelijk gebruikt, dus 0 kilometer privé, dan kan dit aangegeven worden met het formulier ‘Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’. Hiermee voorkom je bijtelling. Een rittenregistratie is niet nodig. Woon-werkkilometers tellen als zakelijke kilometers.

Doorlopend afwisselend gebruik bestelauto
Het kan zijn dat 2 of meer werknemers door de aard van het werk een bestelauto doorlopend afwisselend gebruiken. In principe moet u ook dan gebruikmaken van de normale regeling voor privégebruik auto. Maar in deze situatie kan het bezwaarlijk zijn de regeling individueel toe te passen. In dat geval moet u eindheffing toepassen voor het privégebruik.

Voorbeeld 1
Een bedrijf heeft 3 bestelauto’s en 7 monteurs. Bij een melding gebruiken ze willekeurig 1 van de beschikbare bestelauto’s. In deze situatie is sprake van doorlopend afwisselend gebruik en moet u eindheffing toepassen.

Voorbeeld 2
Twee van uw werknemers hebben ieder een bestelauto. Ze besluiten deze auto’s dagelijks te ruilen. Er is nu geen sprake van doorlopend afwisselend gebruik. Eindheffing is voor deze bestelauto’s niet mogelijk. Er is ook geen sprake van doorlopend afwisselend gebruik als werknemer A een bestelauto de ene week gebruikt en werknemer B de volgende week.

De eindheffing is op jaarbasis een vast bedrag van € 300 per bestelauto. Bij een loontijdvak van 1 maand geeft u dan in elke aangifte loonheffingen € 25 per bestelauto aan. De toepassing van de eindheffing geeft u in de aangiften loonheffingen aan met code 5 (Doorlopend afwisselend gebruik bestelauto). Bij deze eindheffing hoeft uw werknemer geen rittenregistratie bij te houden.

Tot slot
Wij adviseren u om binnen uw administratie na te gaan of over de aan uw werknemers ter beschikking gestelde auto’s van de zaak nog steeds de juiste bijtelling plaats vindt (onder andere de 60 maanden regeling) en uw salarisadministratie hierover in te lichten.

Als binnen uw onderneming bestelauto’s doorlopend afwisselend gebruikt worden dan moet u dat
ook doorgeven aan uw salarisadministratie, zodat maandelijks een bijtelling (eindheffing) kan plaats vinden bij de aangifte loonheffingen.

Indien u naar aanleiding van deze nieuwsbrief nog vragen heeft dan zullen wij die graag beantwoorden.

Met vriendelijke groet,
Kap Trechsel

Salarisadministratie en Personeelsadvies K.A.P. B.V.
Hoofdstraat 49-B
7811 EC EMMEN
Tel: 0591-393333
email: info@kapsalaris.nl

Disclaimer: De inhoud van deze nieuwsbrief is informatief en vormt geen advies. Deze nieuwsbrief is met uiterste zorg samengesteld .Echter Salarisadministratie en Personeelsadvies K.A.P. B.V. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden, typefouten, onvolledigheden of gevolgen (door handelen of nalaten) daarvan.